The Sound of the '60s
Spionage, popmuziek & rebellie
De Koude Oorlog leidde tot steeds meer spanningen op het wereldtoneel. Geen wonder dat de spionagefilm zijn intrede deed. Met ronkende soundtracks vol knallend koper verscheen de Britse spion James Bond op het doek. Om nooit meer te verdwijnen.
Maar Hollywood bood ook gewoon ontspanning, zoals het altijd had gedaan. De romantische komedie Breakfast at Tiffany’s (Blake Edwards, 1961) werd een wereldhit dankzij Audrey Hepburn en het liedje Moon River. Dat werd zó’n succes dat voortaan bijna elke film een liedje met hitpotentie kreeg. Steeds vaker gaven filmstudio’s popmusici de opdracht zo’n liedje te maken, vooral bij films waarin jongeren centraal stonden. Rebellie, seksuele vrijheid en drugs vroegen niet om orkestmuziek, maar om rock-, beat- en surfmuziek.
Jonge regisseurs en componisten zetten zich af tegen de normen van Hollywood. Ze maakten eigenzinnige films en experimenteerden met jazz en andere moderne muziek. Ook de Europese film draaide om verzet. Franse cineasten wezen de filmmuziek af, maar herontdekten die later toch weer dankzij de films van bijvoorbeeld Alfred Hitchcock. En Italië kwam met een variant op de Amerikaanse cowboyfilm: de spaghettiwestern.