Honderd Jaar Horror

Van 26 oktober t/m 22 november ben je bij Filmhuis Den Haag aan het juiste horror adres. Durf jij te komen?

Onze programmeur, Leendert de Jong:

"Sinds de vroege film heeft het horrorgenre de perceptie van de werkelijkheid verdraaid en de donkerste delen van de verbeelding naar het grote scherm gebracht. Dit genre is van decennium tot decennium blijven evolueren en veranderen. De gruwel die we vandaag kennen, is te danken aan het werk van getalenteerde visionaire regisseurs die verschillende wegen hebben geplaveid.

Horror heeft zeker zijn hoogte- en dieptepunten gekend. Maar gedurende de afgelopen decennia zijn er films geweest die hun bijdragen hebben geleverd aan wat horror vandaag is. Om die reden presenteren wij dan ook uit ieder decennium een film.

Verheug je op top-horror-films waaronder, hoe cool is dat, 3-D vertoningen van The Creature of the Black Lagoon en twee avant-premières. Om de maand af te trappen organiseren we een fantastische Film, Music & Cocktails avond geheel in horror stijl op zaterdag 28 oktober!

Waarschuwing: door de enorme, maar dan ook echt enorme hoeveelheid aan titels en horror-subgenres is onze keuze uiteraard zeer subjectief en beperkt. Ontelbare titels en subgenres zullen gemist worden (ook omdat veel films niet beschikbaar zijn). "

--

🎟️ Ontdek onze 'Honderd Jaar Horror Rittenkaart', geldig van 26 oktober tot en met 22 november. Met 6 ritten voor €55 kun je zes films uit het horrorprogramma bekijken.

Honderd Jaar Horror filmprogramma:

Cocaine Bear - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Een excentrieke groep agenten, criminelen, toeristen en tieners komt samen in een bos in Georgia, waar een enorme beer tekeer gaat nadat hij onbedoeld cocaïne heeft ingenomen.
Creature from the Black Lagoon 3D - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Een vreemd prehistorisch beest schuilt in de diepten van de Amazone-jungle. Een groep wetenschappers probeert het dier te vangen en voor onderzoek terug te brengen naar de bewoonde wereld.
Dracula - Honderd Jaar Horror
(ENG below) De Transsylvaanse vampier graaf Dracula buigt een naïeve makelaar naar zijn hand en vestigt zich vervolgens op een landgoed in Londen waar hij overdag in zijn kist slaapt en 's nachts op zoek gaat naar potentiële slachtoffers.
Jennifer's Body - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Een demon neemt het bezit over van het lichaam van cheerleader Jennifer. Ze verandert in een monster en niemand is meer veilig in haar aanwezigheid. Haar beste vriendin Needy probeert de oude Jennifer terug te krijgen.
Malum - Film, Music & Cocktails
(ENG below) Op zaterdag 28 oktober een nieuwe Film, Music & Cocktails! Dit keer geheel in thema van onze Horror maand. We vertonen een avant-première van de film Malum. DJ Jelle zal wederom voor de muziek zorgen en de cocktails zijn even lekker als altijd. Durf jij te komen?
Nosferatu - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Vampiergraaf Orlok toont interesse in een nieuwe woning en de vrouw van makelaar Hutter.
Psycho - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Een secretaresse uit Phoenix verduistert $ 40.000 van de cliënt van haar werkgever, gaat op de vlucht en checkt in bij een afgelegen motel dat wordt gerund door een jonge man onder de heerschappij van zijn moeder.
Scream - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Een jaar na de moord op haar moeder wordt een tienermeisje geterroriseerd door een gemaskerde moordenaar die haar en haar vrienden als doelwit heeft door middel van enge films als onderdeel van een dodelijk spel.
The Evil Dead - Honderd Jaar Horror
Vijf vrienden reizen naar een hut in het bos, waar ze onbewust demonen vrijlaten.
The Omen - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Mysterieuze sterfgevallen omringen een Amerikaanse ambassadeur. Zou het kind dat hij opvoedt werkelijk de Antichrist kunnen zijn?
The Wolf Man - Honderd Jaar Horror
(ENG below) Larry Talbot keert terug naar het kasteel van zijn vader in Wales en ontmoet een vrouw. Op een noodlottige nacht begeleidt Talbot haar naar een plaatselijke kermis waar ze een mysterieuze zigeuner-waarzegster ontmoeten.

Honderd Jaar Horror bij Filmhuis Den Haag

Film, Music & Cocktails

Op zaterdag 28 oktober een nieuwe Film, Music & Cocktails! Dit keer geheel in thema van onze Horror maand. We vertonen een avant-première van de film Malum. DJ Jelle zal wederom voor de muziek zorgen en de cocktails zijn even lekker als altijd. Durf jij te komen?

Over de film:

Een beginnende politieagent neemt vrijwillig de laatste dienst op zich in een pas buiten gebruik gesteld politiebureau, in een poging om de mysterieuze connectie tussen de dood van haar vader en een wrede sekte te ontrafelen...

Honderd Jaar Horror Rittenkaart

Ontdek onze 'Honderd Jaar Horror Rittenkaart', geldig van 26 oktober tot en met 22 november. Met 6 ritten voor €55 kun je zes films uit het horrorprogramma bekijken. Alleen of met een vriend kun je op een voordelige manier je eigen angstaanjagende film selectie maken.

Horror Combi-ticket 18 november

We sluiten de Honderd Jaar Horror maand in stijl af op zaterdag 18 november. We beginnen om 19:15 met de klassieker ‘Psycho en eindigen om 22:00 met een exclusieve Sneak Peek. Je kan voor deze avond een combiticket kopen voor €21. Wat krijg je daarvoor? Tickets voor beide films én een gratis drankje in de pauze. Durf jij te komen?

Honderd jaar horror
een maand vol klassieke en hedendaagse nachtmerries

26 oktober t/m 22 november

Onze hoofd programmering, Leendert de Jong, neemt ons mee in Honderd Jaar Horror:

De jaren 1920

De eerste echte horrorfilm: Nosferatu (1922)

Das Cabinet des Dr. Caligari (1920) kan gezien worden als de oermoeder van het horror-genre. Zeker, er waren eerder spookverhalen verfilmd, zoals de griezelige serie "Fantomas" (1913-1914), maar hun personages bewogen zich in een herkenbare wereld. "Caligari" creëerde een mindscape, een subjectieve psychologische fantasie die nog niet eerder op film vertoond was. Maar Caligari is, in letterlijke zin, geen horrorfilm (al bevat het wel een aantal kenmerken die het genre later gaan bepalen). 

Een betere keuze is de, twee jaar later gemaakte, film Nosferatu (F.W. Murnau) waarin een monsterlijk wezen kaarsrecht uit zijn doodskist omhoog rijst om zijn tanden in de nek van onschuldige slachtoffers te zetten. De nietsvermoedende bezoeker beleefde in 1922 waarschijnlijk de eerste “jump scare” uit de filmgeschiedenis.

Een paar jaar na de release van Nosferatu waren de kansen echter niet in zijn voordeel: in 1924 stemde de studio van Murnau ermee in alle kopieën van de film te vernietigen als gevolg van een rechtszaak wegens inbreuk op het auteursrecht die werd aangespannen door de weduwe van Dracula-auteur Bram Stoker. Nosferatu is technisch gezien geen bewerking van Dracula: de namen van alle hoofdpersonages zijn anders, evenals de setting en een deel van het verhaal. Dracula, hier Count Orlok genoemd en onuitwisbaar gespeeld door Max Schreck, lijkt dan ook weinig op de latere filmische incarnaties. Versies gespeeld door Bela Lugosi (Dracula uit 1931), Christopher Lee (Dracula uit 1958 en nog vele films meer) en Gary Oldman (Dracula uit 1992) gaven het personage een zachtaardige seksuele/romantische elegantie mee. Schreck is daarentegen uitgedost met spichtige klauwen, puntige oren en een gebit (niet alleen hoektanden) om van te huiveren; een wezen, ergens tussen dood mens en een levend knaagdier in.

Maar het was meer dan dichtbij genoeg om juridische stappen te ondernemen en de film ter dood te veroordelen. Gelukkig was de film inmiddels over de wereld verspreid en, passend bij het onderwerp, niet dood te krijgen. Dus gaan zien, deze eerste echte horrorfilm, die in 1979 een remake kreeg van Werner Herzog.





De jaren 1930

Universal’s gothic horror: Dracula (1931)

Universal Studios maakte tussen 1930 en 1960 naam met zijn franchise van klassieke monsterfilms. De populariteit en het succes van de films brachten Universal ertoe ze te categoriseren onder de zeer verhandelbare Universal Studio Monsters. Dit omvatte kenmerkende personages in het horrorgenre zoals Frankenstein, Dracula, The Invisible Man en The Mummy: zowel binnen als buiten het horrorgenre inmiddels iconen van de popcultuur.

Dracula, gebaseerd op de roman van Bram Stoker uit 1897, is vooral een voorbeeld van Gotische fictie, een genre dat zich eind achttiende eeuw ontwikkelde en in de negentiende eeuw populair bleef. De vroegste gotische romans vestigden veel van de karakteristieke kenmerken van het genre: onheilspellende kastelen met kerkers en geheime doorgangen, landschappen die zowel ontzag als angst inboezemen; jonge heldinnen die worden bedreigd door gevaarlijke en duivelse schurken; sensationele, macabere en spannende plotwendingen; en schijnbaar bovennatuurlijke elementen.

Bijna 10 jaar na Nosferatu zag Universal Studio’s ook het box office-potentieel van Stoker's Gotische chiller, en verwierf legaal de filmrechten van de roman. Toen de film in 1931 in première ging, meldden kranten dat bezoekers flauwvielen van schrik door de gruwel op het scherm. Deze publiciteit, slim georkestreerd door de filmstudio, zorgde ervoor dat mensen massaal naar de film kwamen kijken, alleen al uit nieuwsgierigheid.

De interpretatie en uitvoering van Bela Lugosi als graaf Dracula is nog altijd hét voorbeeld voor acteurs. 


De jaren 1940

Universal’s monster-horror: The Wolf Man (1941)

Het zal zeker aan de oorlog gelegen hebben dat het horrorgenre in dit decennium niet echt tot bloei kwam. Om maar even lekker te generaliseren: het publiek had behoefte aan ontspanning en escapisme en geen behoefte aan geweld, laat staan horror. 

En als het dan toch horror moest zijn, werd het publiek vooral bediend met vervolgfilms van successen uit de de jaren ‘30 waaronder The Invisible Man Returns (1940), The Mummy’s Tomb (1942), The Ghost of Frankenstein (1942), Curse of the Cat People (1944), House of Dracula (1945) of Abbott and Costello Meet Frankenstein (1948). 

Wel werd in 1941 The Wolf Man aan de Universal Monsters toegevoegd. Het inmiddels klassieke verhaal van een man die door een beet van een wolf in een weerwolf verandert. Lon Chaney Jr. schittert als Wolf Man, de rol die hem tot een ster maakte. De verandering van mens naar weerwolf en omgekeerd werd gedaan met verschillende foto’s, waarin Chaney steeds meer make-up op deed. Voor dit proces werd een model gemaakt die zijn hoofd perfect stil kon houden voor de foto’s. The Wolf Man kreeg vier vervolgen. Chaney speelde in alle vier de hoofdrol.


De jaren 1950

Universal’s monster-horror: The Creature From The Black Lagoon 3-D (1954)

In de jaren vijftig raakten Sciencefiction en buitenaardse gebeurtenissen in de mode en maakte van het horror-genre een soms wat cheesy Hollywood-trend vol anti-communistische propaganda.

Geconfronteerd met de mogelijkheid van een nucleaire oorlog begon Hollywood zich duidelijk zorgen te maken over het communisme en de atoombom. Een mogelijke invasie van de Sovjet-Unie werd niet uit de weg gegaan in films als Plan 9 from Outer Space (1956) en het effect van nucleaire straling op mens en dier werd heerlijk overdreven en uitvergroot in films met radioactieve mutanten als The Thing From Another World (1951), Them! (1954),

Tarantula! (1955) en The Fly (1958). Ook monsters en vreemde wezens werden zonder blikken of blozen onder het communistische gevaar geschaard: zij liggen immers, net als die communisten, uit het zicht op de loer. Zo ook in de Universal klassieker The Creature From the Black Lagoon, waar een groep onderzoekers op expeditie in een zwart meer op een half mens, half vis stuit. Twee rivaliserende mannen uit de groep willen het wezen vangen voor onderzoek of het doden als een trofee. In de gebeurtenissen die volgen hoopt het wezen zijn eenzaamheid te verdrijven met de enige vrouw in de groep. Universal creëerde hiermee een monster die sympathie opwekt  (al was het monster van Frankenstein ook niet echt kwaadwillend). Klassiek is de scène uit The Seven Year Itch (1955!) waarin Marilyn Monroe na het zien van The Creature From the Black Lagoon verzucht medelijden met het monster te hebben. 

De manier waarop de film in 3D is opgenomen, is ronduit prachtig: de dieptewerking van de vissen die in de lagune zwemmen, de luchtbellen uit de aqua-long en de opgerichte armen van het monster die je zo uit het doek lijken te grijpen.


De jaren 1960

Proto-slasher horror: Psycho (1960)

De jaren zestig waren een fundamenteel decennium voor wat het moderne horrorgenre en Hollywood-sci-fi-films zou worden.

Horrorfilms uit de jaren zestig weerspiegelen een tijdperk van snelle verandering en onzekerheid, en een gapende generatiekloof. De sociale stabiliteit van de naoorlogse jaren brokkelde af toen de houding ten opzichte van bijna alles, een seismische verschuiving onderging. De jaren zestig werden bepaald door culturele en seksuele revoluties en opgeschrikt door dramatische nieuws gebeurtenissen: de Cubacrisis, politieke moorden, burgerrechtenstrijd, Koude Oorlog en natuurlijk Vietnam. Maar ondanks deze negatieve spiraal, was er ook een gevoel van optimisme, het gevoel dat de mensheid voorwaarts, en opwaarts ging. Het concept van de Koude Oorlog verloor warmte en na de Cubacrisis was ook de dreiging van een nucleaire holocaust afgenomen. De gemuteerde monsters van de jaren vijftig zagen er nu maar vreemd uit. 

Als elke generatie de monsters krijgt die ze verdient, dan kregen de horrorbioscoopbezoekers van dit tijdperk geen gigantische insecten of acteurs in rubberen pakken voorgeschoteld, maar zichzelf! Filmmakers zochten naar menselijke verhalen die diepgaand, krachtig maar ook erg vreemd, raar of duivels konden zijn. Welkom Norman Bates in Hitchcock’s Psycho (1960) die zo raar is als maar kan en tegelijkertijd een monster van jewelste.

De beruchte douchescène schokte de toeschouwers en maakte de weg vrij voor een nieuwe stijl van horror die weinig aan de verbeelding overliet: Slasher Horror. 

Van geheel andere orde is Roman Polanski’s verfilming van Rosemary’s Baby (1968) waarin de grens tussen waan en werkelijkheid nauwelijks meer waarneembaar is als een “gewoon” echtpaar in de greep raakt van duivelaanbidders.



De jaren 1970

Supernatuurlijke horror: The Omen (1976)

Horrorfilms uit de jaren zeventig weerspiegelen de grimmige sociale ontwikkelingen van het decennium. Na het optimisme van de jaren zestig, met zijn seksuele en culturele revoluties, lijkt in de jaren zeventig het feest voorbij; de Manson-familie vermoordde de Californische hippiedroom, de Beatles gingen uit elkaar, Janis en Jimi stierven, en vanaf daar ging het bergafwaarts: Nixon, Vietnam, olie stakingen, en torenhoge echtscheidingscijfers die de familie als hoeksteen deed wankelen.

Gelukkig worden horrorfilms beter als het in de samenleving slechter gaat. In de jaren zeventig is horror dan ook weer helemaal terug in de culturele schijnwerpers. Horrorfilms over hedendaagse sociale kwesties (vooral die van de familie) en echte psychologische angsten waren grote hits.

Opvallend is de angst voor kinderen. Vooral de angst voor het rommelige, pijnlijke en soms fatale proces van zwangerschap en bevalling. Ook het debat rond abortus voedde deze paranoia. Was het een typisch mannelijke angst die voortkwam uit de introductie van de anticonceptiepil? Voor de vrouw betekende dit vrijheid. Maar als seksuele activiteit in de eerste plaats een genot wordt, leken de mannelijke scenarioschrijvers graag over het “bijproduct” te schrijven: freaky, kwaadaardige kinderen met monsterlijke afwijkingen in films als The Exorcist (1973) en The Omen (1976), psychotische moordenaars in Alice, Sweet Alice (1976), Halloween (1978) of met ongewild fatale krachten Carrie (1976). Maar ook ouders zijn verdacht in films als The Brood (1979) en The Shining (1980).

Het was The Exorcist (1973) die een enorme verschuiving in het horror-genre veroorzaakte. Van het scenario, special effects, camerawerk en muziek is dit een film die de wereld kennis liet maken met de meest duivelse en kwaadaardige kant van de verbeelding. De film wordt nog steeds beschouwd als een van de beste horrorfilms ooit (helaas is de film niet beschikbaar voor boeking. Meestal betekent dit een remake in aantocht!)

De meest opvallende onder de groep post-Exorcistische horrorfilms is The Omen (1976) over de komst van de antichrist, in de vorm van een verwend, boos kind. The Omen had alles wat 20th Century Fox kon kopen: internationale locaties, een A-lijst cast (Gregory Peck en Lee Remick), een Oscar-winnende score van Jerry Goldsmith, spectaculaire stunts en effecten en een onbeperkte publiciteitscampagne die dankbaar gebruik maakte van de bijbelse voorspellingen over “het einde van de wereld”. De film bracht meer dan $60 miljoen op.


De jaren 1980

Cabin-In-The-Woods Horror: The Evil Dead (1981)

Met de vooruitgang op het gebied van speciale effecten en animatronics produceren de jaren tachtig een overvloed aan grafische, realistisch ogende horrorfilms. Met een focus op gore introduceren filmmakers buitenaardse wezens in The Thing (1982) en Aliens (1986) en liet de weerwolf terugkeren in An American Werewolf in London (1981). Daarnaast werd het gebruik van bloed, ingewanden en seks optimaal gemaximaliseerd in slasherfilms als Friday the 13th (1980), Halloween II (1982) en A Nightmare on Elm Street (1984) met vooral jongeren/studenten als slachtoffer. 

Ook The Evil Dead is heel, heel bloederig maar bracht horror ook naar een plek die, tot op de dag van vandaag, een geliefde locatie werd: de goede oude hut in het bos. Dé locatie van rust, ontspanning, vakanties aan het meer maar ook, volgens Hollywood, jacht- en bloedige moordpartijen. Een hut is geïsoleerd, het is gemakkelijk om een bos er eng uit te laten zien, vooral 's nachts, en het zorgt voor een goedkope set om te bouwen. Zelfs als de hut niet echt een hut is (een tent mag ook), is het een geïsoleerd toevluchtsoord tegen aanvallend kwaad dat midden in een onoverkomelijke wildernis is neergestreken.

Sam Raimi probeerde de grenzen te verleggen voor wat nog acceptabel was op het scherm en wordt beschouwd als een vernieuwer van de bovennatuurlijke “Cabin-in-the-Woods-horror”.

Body-Horror is een ander belangrijk subgenre dat in de jaren ‘80 populair werd door de films van David Cronenberg. Met films als Videodrome (1983) en The Fly (1986) raakt hij aan thema’s als angst voor intimiteit, grenzen van “het mens-zijn”, invloed van media en de moeilijkheden/mogelijkheden van identiteit. Lichaamshorror eist van zijn publiek dat het zich vragen stelt: wat kunnen we worden als we zonder limitering mogen groeien? Wat kan er misgaan als we besluiten om voor God te spelen? Hoe beïnvloedt het lichaam de ziel? En hoeveel van het lichaam kan onherkenbaar worden gemaakt voordat we ophouden mens te zijn en iets anders worden? Er is maar één subgenre van horror dat die vragen zal beantwoorden en tegelijkertijd het publiek laat walgen.


De jaren 1990

Postmoderne horror: Scream (1996)

In de jaren ‘90 verdwenen de groteske maskers, emmers vloeibare latex en halfnaakte studentes die het genre in de jaren 1980 hadden bepaald. Het hedonisme moest ergens stoppen. En, net als in de jaren ‘40, waren vervolgfilms pastiches van hun vroegere zelf geworden. Ooit angstaanjagende figuren baanden zich routineus een weg door dezelfde oude scenario’s: Jason, Freddy, Chucky, Pinhead waren net zo plastic en niet bedreigend geworden als hun actiefiguren. Het was tijd om naar de schaduw terug te gaan of oude verhalen opnieuw te interpreteren door een postmoderne lens.

Een van de belangrijkste auteurs, Wes Craven, koos voor het laatste: het horrorverhaal van binnenuit te verkennen. Zo zag hij goed dat een van de grootste geneugten van het kijken naar horror is dat je weet wat er gaat gebeuren. Zo ervaren de personages in Scream de gebeurtenissen op een zelfbewuste manier ("Nee, vermoord me alsjeblieft niet, meneer Ghostface, ik wil in het vervolg zijn! “), en breken ze bewust de regels van overleven ("Zeg nooit "wie is daar?" Kijk je geen enge films? Het is een doodswens”. Deze benadering bood iets nieuws voor het publiek; de aanpak betuttelde hen niet, en verwachtte ook niet dat ze belachelijke plotgaten zouden accepteren. In plaats daarvan zorgen de vorm en het bewustzijn van de conventies van die vorm voor het plezier. Scream zal voor altijd bekend staan ​​als de resetknop voor het horrorgenre, en hoewel het een van de beste is, leidde het tot veel spoofs en beïnvloedde het veel rotzooi.

In dit decennium omarmde het publiek ook een meer realistische benadering van horror: The Silence of the Lambs (1991) combineerde horror met realiteit én introduceerde een icoon... Hannibal Lecter. Het met een Oscar bekroonde optreden van Anthony Hopkins toonde aan dat we geen kettingzaag of geesten nodig hebben om bang te zijn. Een flinke stap naar realisme deed de The Blair Witch Project (1999) die gebruik maakte van een found footage-stijl die zeer effectief bleek te zijn: op festivals, waar de film in première ging, dacht het publiek dat het echt om in het bos teruggevonden filmmateriaal ging. Nerveus-camerawerk en onbekende acteurs maakten het realisme compleet.

Realisme komt in de schijnwerpers te staan ​​en het volgende decennium zet daar nog een stap verder in: REC (2007) is gemakkelijk een van de engste found-footage films.

De jaren 2000

Feministische horror: Jennifer’s Body (2009)

Horrorfilms uit de jaren 2000 moesten zich in het nieuwe decennium snel aanpassen. Nadat er zoveel nare en rare dingen waren voorspeld voor de millenniumwisseling, kwam en ging 1 januari 2000 zonder veel ophef. 

Veel commentatoren hebben het echte begin van de 21e eeuw vastgelegd op 11 september 2001. De gebeurtenissen van die dag veranderden het wereldwijde begrip van wat het is om bang te zijn, en bepaalden de culturele agenda voor de volgende jaren. Horrorfilms uit de jaren 2000 grepen nog steeds terug op remakes maar weerspiegelde vooral een nieuwe wreedheid, ontstaan door het politieke landschap van die tijd: de opkomst van martelporno viel samen met 9 /11, de “War on Terror” en de oorlog in Irak met films als Saw (2004), Hostel (2005) en Wolf Creek (2005).

Dankzij internet konden horror fans in de jaren 2000 het aanbod van Aziatische horror ontdekken en wat ook opviel is dat meer en meer films geregisseerd door vrouwen in de bioscoop verschenen.

Alhoewel vrouwen zich allang binnen dit genre bewezen hadden met talenten als Mary Lambert (Pet Sematary-1989) en Mary Harron (American Psycho-2000) is de filmwereld en dus ook het Horror-genre een door mannen gedomineerd genre. Daar komt  in de jaren ‘10 en ‘20 van deze eeuw verandering in. Meer dan ooit krijgen vrouwen brede erkenning en lovende kritieken voor hun werk in horrorfilms met opvallende films als Jennifer’s Body (2009), geregisseerd door Karyn Kusama, Fresh (2022), door Mimi Cave, en Titane (2021) door Julia Ducournau.

Zoals de meeste cult-horrorfilms, nam Jennifer's Body de tijd om zijn publiek te vinden. 

De film volgt een door demonen bezeten middelbare scholier die haar mannelijke klasgenoten vermoordt en hun vlees opeet om te overleven. 

Met zeer gemengde kritieken en slechts een bescheiden winst, werd de release als een mislukking beschouwd. Maar de tijd vertelt echter een heel ander verhaal. Hoewel de verhalende structuur (slasher) ongemakkelijk blijft, ontdekten fans de serieuze feministische ondertoon en omarmde de Queer karakters (wat in 2009 nog vrij ongehoord was). In de nasleep van de #MeToo-beweging wordt de film gezien als een feministische cultklassieker.

De jaren 2010

Zuid-Koreaanse horror: Train To Busan (2016)

Genrefilms braken niet alleen door multiplex- en arthouse-muren, maar vonden met de snelle opkomst van streamingdiensten nieuwe distributiemogelijkheden: horror op aanvraag, waardoor een nieuwe betekenis werd gegeven aan “house invasion” 

De jaren 2010 waren transformerende jaren voor reguliere horrorfilms. Het decennium begon met het overdragen van trends die in de jaren 2000 waren vastgesteld, trends die ook geleidelijk weer werden verdrongen. Fantasieloze cash-ins zoals A Nightmare on Elm Street (2010) maakten plaats voor enkele geweldige remakes waaronder Evil Dead (2013) en Halloween (2018). Dit liet weer zien dat fans ontvankelijk zijn voor het voortzetten van geliefde franchises mits het goed gedaan wordt.

In de jaren 2010 was er ook een golf van arthouse-horror. Regisseurs Ari Aster (Hereditary 2018), Robert Eggers (The Lighthouse 2019), Julia Ducournau (Raw 2016) en Jordan Peele (Get Out 2017) liepen voorop in deze golf van betekenisvolle horrorfilms die een nieuw publiek trok.

Maar bovenal werd in dit decennium de Aziatische en met name de  Zuid-Koreaanse film een belangrijk cultureel exportproduct. Met als hoogtepunt het succes van de film Parasite (2019) van Bong Joon Ho die maar liefst vier Oscars wist binnen te hengelen.

Park Chan-wook, Na Hong-jin, Kim Jee-woon, Bong Joon-ho, Lee Chang-dong en nog veel meer hebben de afgelopen 20 jaar de meest avontuurlijke en esthetisch boeiende genrefilms gemaakt. En voor de fans van horrorfilms zijn dit de regisseurs bij uitstek als het gaat om een genre-versmeltende stijl die deze moderne golf van veelgeprezen arthouse-horror definieert. De films zijn brutaal, grappig en van een heel andere klasse en vaak in tegenspraak met wat we verwachten en kennen van de Amerikaanse films. Het gaat veel minder om “quick cuts and jump scares”, maar meer om het graven in de diepste delen van het menselijk onderbewustzijn, waar duistere gedachten als giftige paddenstoelen groeien. 

De al eerder genoemde Europese regisseurs Ari Aster en Julia Ducournau noemen steevast Zuid-Koreaanse filmmakers als inspiratiebron. En inderdaad, de smetteloze art direction van regisseurs als Park (o.a. Oldboy 2003) - gecombineerd met de nadruk op verwrongen familiedrama's - is terug te zien in films als Raw (2016) en Hereditary (2018). 

Maar wat er in godsnaam de afgelopen 20 jaar gebeurd om zo'n filmische renaissance in Korea te stimuleren? Een simpel antwoord voldoet: de wetten rond filmcensuur in Korea werden drastisch gewijzigd, waardoor filmmakers voorheen verboden paden konden inslaan zonder bang te hoeven zijn voor bemoeienis van de overheid.

Daardoor schoot ook de populariteit van de Zuid-Koreaanse horrorfilm in dit decennium omhoog met films als I Saw the Devil (2010), The Cat (2011, The Wicked (2014), The Handmaiden (2016), The Wailing (2016), Mimic (2017) en Train to Busan (2016).

Die hier gekozen Train to Busan van de jonge regisseur Yeon Sang-ho, is een zombiefilm die actie en hart weet te balanceren op een manier die horror fans van over de hele wereld heeft geraakt. Het verhaal draait om een ​​workaholic vader die met zijn jonge dochter de trein naar de stad Busan neemt. Hun trein vertrekt net op het moment dat een virus uitbreekt die mensen verandert in snelle en agressieve zombies. De Filmkrant schreef: “Wat het virus is, wordt nooit uitgelegd, maar het is duidelijk dat Yeon hier de oorlog van iedereen tegen iedereen laat zien: de natte droom van het flitskapitaal waarin we elkaar kapot concurreren is hier verbeeld als een zombiefestijn waarin zielloze wezens elkaar letterlijk opvreten. Het is ook duidelijk dat Yeon Sang-ho goed heeft gekeken naar de films van landgenoot Bong Joon-ho — Memories of Murder (2003), The Host (2006), Snowpiercer (2013) — waar de gruwel altijd de personificatie is van verziekte politieke en sociale verhoudingen”.

De jaren 2020

Komische horror: Cocaïne Bear (2023)

De jaren 2020 zijn nog maar net begonnen. Moeilijk om te voorspellen waar horror heengaat. We blijven films zien die vooral de psyche verkennen, maar in een vintage stijl gemaakt zijn. Films als Malignant (2021-James Wan), Barbarian (2022-Zach Cregger), Smile (2022-Parker Finn), Nope (2022-Jordan Peele), Men (2022-Alex Garland) en X (2022-Ti West), vertegenwoordigen nog steeds de behoefte aan nostalgie waaraan we de afgelopen jaren zijn blootgesteld. In Frankrijk volgt de al eerder genoemde Julia Ducournau de traditie van David Cronenberg met haar body-horror films Raw (2017) en Titane (2021).

Ook Universal Pictures grijpt dit jaar terug op zijn Universal Monsters van weleer en voegt een nieuw monster aan zijn stal toe: Cocaïne Bear. Maar net als Eight Legged Freaks (2002), Snakes on a Plane (2006) en Sharknado (2013), past het uitgangspunt van de horror komedie Cocaïne Bear nog beter in het subgenre 'dieren die zich slecht gedragen'. Op basis van de titel, weet je in ieder geval wat je krijgt als je een kaartje koopt. 

Er is niets mis met het willen imiteren of eren van het verleden, maar het is nu wachten op filmmakers die weer iets nieuws aan hun verhaal weten toe te voegen. Misschien is dit wat de jaren 2020 zal definiëren: onvoorspelbaarheid.

Voor je bezoek

Openingstijden

Van maandag t/m zondag is de kassa van 10.00 tot 22.00 uur open. Ons café is open van 10.00 tot 00.00 uur. Kom dus heerlijk ontbijten, een kop koffie drinken, lunchen of vegetarisch dineren. We kijken ernaar uit!

Kassa

Info over tickets, prijzen en kadobonnen vind je op de bezoekerspagina. Vragen? De kassa is telefonisch (070-3656030) bereikbaar op maandag tot en met vrijdag tussen 10:30 en 12:30 uur. Je kunt ook een mailtje sturen naar tickets@filmhuisdenhaag.nl.

Kom eten

Speciaal voor het Filmhuis hebben onze vrienden van Karsten & Kuiper een selectie van heerlijke gerechten samengesteld waarvan je in gezelschap - of alleen - kunt proeven! Verse, lekkere en verrassende smaken van kwaliteit voor een vriendelijke prijs, gezellig in ons filmcafé.